4) Kern van onze problemen

Romeinen 8:5,6 Immers, zij die naar het vlees zijn, bedenken de dingen van het vlees, maar zij die naar de Geest zijn, de dingen van de Geest. Want het denken van het vlees is de dood, maar het denken van de Geest is leven en vrede.


Is er een geestelijke oorzaak? 
Is het een gebrek aan de Heilige Geest?

Oorzaken van het gebrek:
Het antwoord van de Bijbel is: ‘U krijgt niet, omdat u niet bidt. U bidt wel, maar u ontvangt niet, omdat u verkeerd bidt, met het doel het in uw hartstochten (met een vleselijke instelling Romeinen 8:5-7) door te brengen’ (Jakobus 4:2-3).
Onze Here Jezus riep ons, liefdevol en indringend, op om voor de Heilige Geest te bidden. (Lukas 11:9-13). Wij stelden vast dat wij dat voortdurend moeten doen. 

In hoofdstuk 3 zullen wij daar nog dieper op ingaan.
Velen […] spreken over Christus en over de Heilige Geest en ontvangen desondanks geen zegen. Ze openen hun hart niet voor de goddelijke werking, om geleid en bijgestuurd te worden. Als gemeente bidden wij al enige tijd om een opwekking. Dat is zeer waardevol. Ellen White zei: ‘Het is het vervuld worden met de Heilige Geest wat de gemeenten vandaag de dag nodig hebben. 

Waarom hongeren en dorsten wij niet naar de gave van de Heilige Geest, alhoewel wij door Hem kracht ontvangen? Waarom spreken wij er niet over, bidden wij er niet om en prediken wij er niet over? Het gaat er echter niet alleen om voor een opwekking te bidden, maar – zoals Mark Finley zegt – ook om ‘de (Bijbelse) elementen om een opwekking om te zetten in de praktijk.’

Mag ik u uitnodigen om de weg tot persoonlijke opwekking te doorlopen? Dat zal u leiden tot een krachtiger en vervuld leven. Wij willen allereerst het probleem analyseren. Wij willen dat grondig doen, anders bestaat het gevaar dat wij een verandering onbelangrijk, onnodig of niet waardevol achten. Daarna bekijken wij Gods oplossing die ons een enorme zegen biedt. Ten slotte zullen wij kijken naar hoe wij dit kunnen verwezenlijken en ervaren.

Ons tekort aan de Heilige Geest betekent zeker niet dat alles wat wij gedaan hebben en nog doen, tevergeefs is. Er waren en er zijn zeer goede plannen en programma’s. De Heere heeft met zekerheid ook onze menselijke inzet, zover als mogelijk, gezegend. Maar hoeveel meer resultaat en hoeveel beter de situatie had kunnen zijn, als wij zonder meer of in sterkere mate in de Heilige Geest zouden leven, dat weet alleen de Heer.
Het zou in deze richting zijn gegaan en in de toekomst kunnen gaan zoals Henry T. Blackaby het geformuleerd heeft: Hij (God) zou in zes maanden tijd meer bereiken door een volk dat Hem is toegewijd, dan wat wij zonder Hem in 60 jaar tijd zouden kunnen bereiken. 19

Het gaat erom dat wij door God geleid, meteen de juiste weg gaan en door zo te handelen een enorme werking ofwel efficiëntie hebben. Dat is het geval als wij met de Heilige Geest vervuld zijn.

Drie groepen van mensen en hun persoonlijke relatie met God
Het Woord van God onderscheidt drie groepen van mensen met betrekking tot hun persoonlijke relatie met God. Binnen elk van deze groepen zijn er echter vele schakeringen, afhankelijk van hun opvoeding, karakter, zelfontplooiing, leeftijd, cultuur, ontwikkeling etc. Maar in alle diversiteit zijn er slechts drie mogelijke basishoudingen ten opzichte van
God te onderscheiden:
  • geen relatie – de Bijbel noemt hen natuurlijke mensen
  • volle, echte relatie – de Bijbel noemt hen geestelijke mensen
  • gedeeltelijke of schijnbare relatie – de Bijbel noemt hen vleselijke mensen

De aanduidingen ‘natuurlijk’, ‘geestelijk’ en ‘vleselijk’ zijn vanuit Gods Woord geen waardeoordelen. Zij beschrijven alleen de persoonlijke relatie tussen een mens en God.
Deze drie groepen worden beschreven in 1 Korinthe 2:14-16 en in 1 Korinthe 3:1-4. Wij willen op dit moment slechts terloops ingaan op de ‘natuurlijke’ mens. Hij leeft in de wereld. Als wij een korte blik werpen op de twee overgebleven groepen binnen de gemeente, zal dat ons helpen in te zien, waarachter het probleem zich voornamelijk verschuilt. Het belangrijkste daarbij is dat ik besef tot welke groep ik zelf behoor. Daarom is deze beschouwing ook een hulpmiddel bij zelfdiagnose. Wij willen daarbij ons eigen leven in ogenschouw nemen en niet dat van anderen.

Wat is het criterium om te behoren bij de ene groep of de andere?
Wij zullen bij alle drie de groepen vaststellen dat de toewijzing plaatsvindt op grond van hun persoonlijke verbondenheid met de Heilige Geest.

De natuurlijke mens
‘De natuurlijke mens neemt de dingen van de Geest van God niet aan, want ze zijn dwaasheid voor hem. Hij kan ze ook niet leren kennen, omdat ze geestelijk beoordeeld worden’ (1 Korinthe 2:14). De natuurlijke mens heeft geen relatie met de Heilige Geest. Hij leeft in de wereld en vraagt niet of nauwelijks naar God.

Geestelijke en vleselijke mensen bevinden zich in de gemeente
Deze twee groepen worden ons voornamelijk in 1 Korinthe 2 en 3, maar ook in Romeinen 8:1-17 alsook in Galaten 5 en 6 gepresenteerd. Wij willen hier opmerken dat voor deze beide groepen het criterium de relatie met de Heilige Geest is. Dat is zo omdat, naar Gods plan, de Heilige Geest onze enige verbinding met de hemel is. ‘Het hart moet eerst voor de invloed van de Heilige Geest geopend zijn, voordat het de zegeningen van God ontvangen kan.’ 20

Het geestelijke gemeentelid
We lezen in 1 Korinthe 2:15,16: De geestelijke mens beoordeelt wel alle dingen, zelf echter wordt hij door niemand beoordeeld. [Want] […] wie heeft de gedachten van de Heere gekend, dat hij Hem zal onderrichten […] maar wij hebben de gedachten van Christus. (zie ook Jesaja 40:13).

Of, zoals het in de GNB staat: 
Want hij die de Geest ontvangen heeft, is in staat alles te beoordelen; maar niemand kan over hem oordelen.
Want: Wie kent de gedachten van de Heer? Wie kan Hem raad geven? Wel nu, wij denken als Christus.
De geestelijke mens is de ware christen. Hij wordt ‘geestelijk’ genoemd, omdat hij vervuld is met de Heilige Geest. Ook hier is de relatie met de Heilige Geest het criterium voor de groepsindeling. Deze mens heeft een goede en groeiende relatie met de Heilige Geest. Bij hem staat Jezus centraal in zijn leven; we zeggen soms ook: Jezus zit op de ‘troon van het hart’. De geestelijke mens heeft zich fundamenteel en volledig overgegeven en zal dit gewoonlijk dagelijks bevestigen, aangezien hij zich elke morgen aan Jezus Christus wijdt, en dat met alles wat hij is en heeft. In de Laodicea-boodschap wordt hij als ‘heet’ aangeduid, in de gelijkenis van de tien maagden, als ‘wijs’. In Romeinen 8:1-17 en Galaten 5 staat er nog meer over hem geschreven. Hij ervaart het ‘leven in overvloed’ (Johannes 10:10) of zoals Paulus hem beschrijft: ‘opdat u vervuld zou worden tot heel de volheid van God’ (Efeziërs 3:19; Kolossenzen 2:9).

Het vleselijke gemeentelid
Men kan een korte tijd of zelfs een langere tijd gemeentelid zijn en toch vleselijk zijn. Kom jij er tot je verbazing achter dat jij op dit moment nog een vleselijk christen bent, erger je er dan niet over, maar wees er juist blij mee, want dan heb jij de mogelijkheid er meteen verandering in te brengen. Ik ben ervan overtuigd, dat de meeste vleselijke christenen het uit onwetendheid zijn en eigenlijk naar meer geloof verlangen. Bovendien is hun onwetendheid meestal niet hun eigen schuld.

Bedenk wel: 
Je zult door een leven met Christus in het hart, door de Heilige Geest, grote vreugde ervaren. Jezus zegt in Johannes 15:11: ‘en uw blijdschap zal volkomen worden.’ Je zult door deze verandering stap voor stap het ‘leven in overvloed’ ervaren (dit zegt Jezus in Johannes 10:10 - later meer) en je hebt een gegronde hoop op het eeuwige leven.

Gebed
Vader in de hemel, maakt U mij alstublieft gewillig deze vraag te stellen. Als ik een vleselijke christen ben, dan bid ik U met heel mijn hart: help mij om dit meteen te erkennen. Wilt U mij gewillig maken om bereid te zijn alles te doen wat U wilt. Ik bid u: Leid mij tot een waarachtig christenleven, naar een door U beloofd leven in overvloed en tot het eeuwige leven. Alstublieft vernieuw mijn hart. Ik dank U met heel mijn hart voor de verhoring van dit gebed. Amen.

In 1 Korinthe 3:1-4 staat een woord van de apostel Paulus aan de vleselijke gemeenteleden: 
En ik, broeders, kon tot u niet spreken als tot mensen die geestelijk zijn, maar als tot mensen die nog vleselijk zijn, als tot jonge kinderen in Christus. Ik heb u met melk gevoed en niet met vast voedsel, want u kon dat nog niet verdragen; ja, u kunt dat ook nu nog niet, want u bent nog vleselijk. Als er immers onder u afgunst is en ruzie en tweedracht, bent u dan niet vleselijk en wandelt u dan niet naar de mens? Want als iemand zegt: Ik ben van Paulus, en een ander: Ik van Apollos, bent u dan niet vleselijk?
Merken wij ook niet duidelijk op dat de persoonlijke relatie tot de Heilige Geest het criterium voor de groepsindeling is? De apostel Paulus zegt in deze paar verzen drie keer dat de gemeenteleden in Korinthe vleselijk zijn. Wat betekent vleselijk? Het betekent: Deze mens leeft vanuit de kracht van zijn vlees, dat wil zeggen, uit de normale kracht en vaardigheden die de mens zelf heeft. Bovendien betekent het dat hij niet vervuld is met de Heilige Geest of minstens niet genoeg vervuld is.

Sommige mensen denken dat deze groep alleen uit mensen bestaat, die in grove zonden leven. Maar dat is slechts één van de vele subgroepen binnen deze groep. Ik wil graag nog eens benadrukken dat er in elke groep een grote diversiteit bestaat. Paulus spreekt de vleselijke mensen aan met ‘lieve broeders’. Dat laat zien dat het hier om gemeenteleden gaat. Paulus kon met hen ‘niet spreken als met geestelijke mensen’. Dat betekent: Zij waren niet of niet genoeg vervuld met de Heilige Geest. Hij moest ‘met hen spreken als met jonge kinderen in Christus’. Dat toont aan dat ze nog niet zo in het geloof gegroeid waren, zoals het zou moeten. Men kan veel Bijbelkennis hebben en toch niet geestelijk gegroeid zijn. De geestelijke groei heeft met onze volledige overgave aan Jezus en met een voortdurend leven door de Heilige Geest te maken. Er was voor Paulus veel aan gelegen om het probleem van de vleselijke christen in de gemeente Korinthe op te lossen.

Vele vleselijke christenen ervaren in hun geloofsleven ontevredenheid, teleurstelling, zinloosheid of een voortdurende inspanning. Andere vleselijke gemeenteleden zijn daaraan gewend geraakt of hebben zich daarbij neergelegd en zijn daar grotendeels tevreden mee. Misschien zeggen ze: ‘Wij zijn nu eenmaal zondaren! Daar kun je niets aan doen.’ Weer andere vleselijke christenen kunnen heel enthousiast zijn. Ze zijn blij dat ze de waarheid van de Bijbel hebben leren kennen. Vleselijk gezinde gemeenteleden kunnen heel actief zijn en zelfs leidinggevende posities in de gemeente of in de algehele kerkleiding hebben. Ze kunnen zelfs grote dingen voor God doen. Mattheüs 7:22,23: Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan? Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt.

Waar ligt het probleem? Jezus zegt dat Hij hen niet kent. Ze hadden geen echte relatie met Christus, maar een schijnbare. Er heeft óf geen levensovergave plaatsgevonden, óf het is niet onderhouden. Jezus heeft niet door middel van de Heilige Geest in hun hart gewoond. Ze hadden dus geen persoonlijke relatie met Christus. ‘Er bestaat ook een schijnbare verbinding met Christus.’ Wanneer is Christus niet in ons? Ik heb daar een ernstig woord over gelezen.

Maar voordat ik dat naar voren breng, wil ik er eerst graag op wijzen dat wij door een leven in de Heilige Geest, vrij kunnen worden van dat wat we nu gaan lezen: Een geestesgesteldheid die in strijd is met de geest van Christus, loochent Hem, wat voor bekentenis hij ook aflegt. De mens kan Christus loochenen door lasterlijke roddel, door dwaas geklets, alsook door oneerlijke en onvriendelijke woorden. Men kan Hem ook verloochenen door de lasten van het leven te vermijden en zondig vermaak na te lopen. Wie zich aan de wereld aanpast, onbeleefd is, voorliefde heeft voor eigen inzichten, zelfingenomen is, wie zich aan twijfel vastklampt, zich onnodige zorgen maakt en zich aan sombere gedachten overgeeft, ontkent en verloochent Christus. In al deze dingen toont een mens dat Christus niet in hem is.
Door de genade van God kan daar snel verandering in komen. We zullen hierop terugkomen in de hoofdstukken drie en vijf.

Waarom is een levensovergave, een toewijding aan God, zo belangrijk?
Gods Woord zegt: Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst (Romeinen 12:1).
God wil ons genezen, ons bevrijden (van de tirannie van ons eigen-ik; van de slavernij van de zonde). Maar omdat dit een totale verandering vergt, een vernieuwing van ons gehele wezen, moeten wij onszelf helemaal aan Hem overgeven. 
Ons eigen-ik wordt beledigd, boos, jaloers, het ergert zich, is haatdragend, enz. Van deze houding wil God ons bevrijden. Hij (God) nodigt ons uit om onszelf aan Hem te geven, zodat Hij Zijn werk in ons volbrengen kan. Aan ons is de keuze gelaten of wij bevrijd willen worden van de slavernij van de zonde, of willen delen in de glorieuze vrijheid van de kinderen van God.

‘‘Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, 
om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, 
heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst.’’

Onze eerste fundamentele overgave beantwoordt de Heere met de wedergeboorte (Johannes 3:1-21). Daarna is het van belang om in deze overgave te blijven (Johannes 15:1-17).
Daarover meer in het derde hoofdstuk. Over de levensovergave zegt Morris Venden: Een gedeeltelijke overgave is geen werkelijke overgave … men kan net zomin zich een beetje aan Christus overgeven, als dat men een beetje zwanger kan zijn. Ofwel je bent het of je bent het niet. Er is geen tussenweg.
Ellen White zegt het volgende over de dagelijkse overgave: Alleen zij die Jezus’ medewerker willen worden, alleen zij die zeggen: Heere, alles wat ik heb en alles wat ik ben is van U, zullen als kinderen van God erkend worden.
Men kan deel uitmaken van de kerk, en toch verloren zijn. Hoe tragisch! De gelijkenis van de 10 maagden en de boodschap aan de kerk van Laodicea, illustreren dit.

Waarom is een vleselijke christen zo moeilijk te herkennen?
Doordat het leven van een vleselijk mens met ‘religie’ overgoten is, ziet hij vaak niet dat hij het cruciale mist: een innige en reddende relatie met God. Als Christus niet het gehele leven mag bepalen, dan staat hij eigenlijk voor de deur en klopt aan (Openbaring 3:20). En Hij zegt: Als daar geen verandering in komt, zal ik jullie uitspugen.
Daar komt nog wat bij: We hebben op grond van onze krachtige leerstellingen, vaste overtuigingen die zich volledig op de Bijbel baseren. Belangrijk is echter dat we toch open blijven staan voor verdere inzichten. Wij hebben de vaste overtuiging dat we de waarheid - die ons enorm inspireert - geloven. We hebben veel goede kennis. We zeggen de juiste dingen. Dat maakt het zo moeilijk om het probleem van een vleselijk christen te zijn, in te zien. Bovendien, speelt het ook niet een rol of ik ooit werkelijk door de Heilige Geest geleefd heb? Zo niet, kan ik het onderscheid dan überhaupt merken?
Een predikant schreef eens: ‘Ik kreeg net een telefoontje van een zuster die deelneemt aan ons Programma 40-Dagen-van-Gebed (meer over dit onderwerp in hoofdstuk 5). Ze vertelde dat dit haar hele leven had veranderd. Ze had zich haar hele leven al afgevraagd wat er eigenlijk in haar geloofsleven miste en nu wist ze het: de Heilige Geest. Ik zou wensen dat je haar getuigenis had kunnen horen. Ze vertelde dat ze nu voor het eerst in haar leven bemerkte dat ze een relatie met God heeft […] Ook anderen hadden die verandering in haar leven opgemerkt.’ 28 Ook aan deze getuigenis kunnen wij zien dat iemand kan merken dat hij iets mist, maar niet weet wat. Veel mensen hebben een verlangen naar meer, maar weten niet naar wát en weten niet hoe dat te verkrijgen.

Ik ben dankbaar dat in 1 Korinthe 3:1-4 driemaal het woord ‘nog’ voorkomt. ‘U bent nog vleselijk.’ Dat laat zien dat het voor een vleselijk mens mogelijk is geestelijk te worden. Niemand hoeft vleselijk te blijven. Omdat hij bij een gemeente hoort, heeft hij goede kans dit te erkennen en te veranderen. We zullen later spreken over hoe je geestelijk kunt worden. 
Andere aspecten ter overdenking zijn jaloezie en ruzie, of zoals de HSV het beschrijft: ‘Als er immers onder u afgunst is en ruzie en tweedracht […]’ Voor Paulus was dit gedrag een bewijs dat de vleselijke gemeenteleden niet door Gods Geest leven, maar menselijk handelen – net als andere mensen. Zij kunnen handelen zoals de natuurlijke mens, alleen dan in een religieus jasje. Betekent dit dat spanningen in de kerk voornamelijk veroorzaakt worden door vleselijk gezinde gemeenteleden (zie Judas 19)? 
Was er in Jezus’ tijd tussen de Farizeeën en Sadduceeën ook geen rivaliteit? Dat laat zien dat er ook toen al spanningen waren tussen de conservatieven en de progressieven /liberalen. De ene groep nam het heel precies en de andere nam het minder nauw.
Maar beiden waren ervan overtuigd dat ze de juiste Bijbeluitleg en handelwijze hadden. Toch laat Jezus zien dat beide groepen vleselijk waren, oftewel: niet vervuld met de Heilige Geest. Dat is ook heden ten dage mogelijk. Conservatieve christenen kunnen ook vleselijk zijn.
Jammer genoeg wordt er ook nu deels door een conservatieve en deels door een liberale bril gekeken. Het voordeel daarbij is dat de waarnemer er zelf goed vanaf komt. Maar bij de Bijbelse indeling van ‘vleselijk of geestelijk’ worden we uitgedaagd een geestelijke inventaris op te maken. Dit zouden we voor ons eigen bestwil moeten doen.

Bedenk wat God ons hier duidelijk vertelt in Galaten 6:7,8: Want wat de mens zaait, zal hij ook oogsten. Want wie in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderf oogsten; maar wie in de Geest zaait, zal uit de Geest het eeuwige leven oogsten.
De vleselijke mens wil Jezus volgen en Hem behagen, maar hij heeft niet zijn hele leven aan Jezus overgegeven. Of: als hij dat wel gedaan heeft, is hij op de een of andere manier teruggevallen (Galaten 3:3; Openbaring 2:4,5). Dat betekent dat hij - vermoedelijk onbewust - naar Gods wil en gelijktijdig naar zijn eigen wil wenst te leven. Maar dat werkt niet.
Uiteindelijk zal hij zijn eigen leven in eigen handen nemen. Er is dus bij hem sprake van een innerlijke tweestrijd. Kan God Zijn Heilige Geest in zo’n geval sturen? Jakobus 4:3 geeft het antwoord: ‘U bidt wel maar ontvangt niet, omdat u verkeerd bidt.’ Ik ben tot de conclusie gekomen dat hiermee bidden met een vleselijke gezindheid bedoeld wordt. Zou een gebedsverhoring niet eerder het ‘ik’, het eigen ego versterken? En daardoor leeft dit kerklid vanuit de normale menselijke krachten en vaardigheden.
In Openbaring 3:16 wordt dit ‘lauwwarm’ genoemd en in Mattheüs 25 ‘dwaas’. 

Waarom noemt Jezus de vleselijke kerkleden lauw? 
Hoe komt het dat zo veel christenen geen ervaring met de Heilige Geest hebben? Om deze vraag te beantwoorden, zullen we ons eerst met het fenomeen van Laodicea bezighouden. Waarom typeerde Jezus de gelovigen in de gemeente van Laodicea als lauw? Hij gaf ons een duidelijke aanwijzing: ‘Zie, Ik sta aan de deur’ (Openbaring 3:20). Jezus stond niet centraal in het leven van de gelovigen, maar erbuiten. Hij stond buiten, vóór de deur. Waarom ging Hij niet naar binnen? Omdat Hij niet uitgenodigd was. Jezus verschaft zich geen toegang, want Hij respecteert onze keuzevrijheid.
Waarom laten gelovigen Jezus buiten, vóór de deur staan? Daar zijn verschillende redenen en oorzaken voor. Sommigen handelen in hun geestelijke leven alleen vanuit een intellectueel of cognitief perspectief, zoals de Schriftgeleerde Nikodemus. Zij begrijpen niet waarom het werkelijk gaat in het christelijke leven. Het gaat om onze volledige overgave aan God, die Hij beantwoordt met het ‘opnieuw geboren worden’ (vergelijk Johannes 3:1-10). Voor anderen is de ‘prijs’ van het discipelschap schap te hoog. Ze moeten te veel opgeven zoals de ‘rijke jongeling’ (vergelijk Mattheüs 19:16-24). Jezus volgen vereist jezelf te verloochenen en bereid te zijn je leven te veranderen (vergelijk Mattheüs 16:24-25). Het betekent een totale overgave aan God (Romeinen 12:1). Jezus buiten laten staan kan ook berusten op nalatigheid – onvoldoende tijd in persoonlijke gemeenschap met Hem.

Ik herhaal: 
de reden voor de lauwheid in Openbaring 3:20 is: ‘Zie, Ik sta aan de deur.’ Jezus staat niet centraal in hun leven, maar erbuiten of langs de zijlijn. Bedenk: ‘Niemand kan twee heren dienen’ (Mattheüs 16:24). Ofwel jij bepaalt je leven, of Jezus doet dat. De lauwheid verwijst dus naar de persoonlijke relatie met Christus. Op andere gebieden hoeft die persoon echter zeker niet lauw te zijn.
Bijvoorbeeld: 
Een man kan zich voor zijn beroep enorm inzetten maar tegelijkertijd zijn vrouw verwaarlozen. Hij is toegewijd aan zijn werk, maar lauw in zijn huwelijksrelatie.
Iemand kan zelfs een toegewijd kerklid zijn, of gemeenteleider, predikant of voorzitter, en toch lauw zijn in zijn relatie met Christus. Men kan zo in beslag genomen worden door het uitvoeren van vele taken dat men de persoonlijke relatie met Christus verwaarloost. Dit is de lauwheid die Jezus wil verwijderen. Het is tragisch dat iemand zo druk met Gods werk bezig zou kunnen zijn (in de gemeente en in het zendingswerk), dat hij de Heer van het werk verwaarloost.

De gelijkenis van de tien maagden
Wij willen nogmaals deze gelijkenis bekijken. Wat leert deze gelijkenis van Jezus over de tien maagden ons ten aanzien van de geestelijke en vleselijke gemeenteleden?
  • Allen waren maagden
  • Allen hadden lampen
  • Allen gingen de bruidegom tegemoet
  • Allen zagen uit naar de wederkomst
  • Allen vielen in slaap
  • Allen hoorden de middernachtsroep en werden wakker
  • Allen bereidden hun lampen voor
  • Allen hadden hun lampen brandend
  • De helft echter zag dat hun lampen uitgingen

Alle brandende lampen verbruiken olie. Energie wordt verbruikt. Korte tijd daarop stelden vijf van hen vast: onze lampen gaan uit. De lampen van de dwaze maagden, die slechts korte tijd branden, laten ons zien dat ze wel iets van de Heilige Geest bezaten, maar niet voldoende. Er was te weinig olie. Dat was het enige verschil.
Toen de vijf terugkwamen van hun aankoop en vroegen om binnengelaten te worden, antwoordde Jezus: ‘Ik ken u niet.’ Ze zorgden te laat voor de olie, de Heilige Geest. De deur bleef gesloten. Jezus’ uitspraak laat ons duidelijk zien dat onze persoonlijke relatie met Hem, te maken heeft met de Heilige Geest. Wie niet vervuld van de Heilige Geest leeft, zal niet door Jezus gekend worden. In Romeinen 8:8-9 staat: ‘En zij die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen. […] als iemand de Geest van Christus niet heeft, die is niet van Hem.’

Feitelijk hebben wij alleen door de Heilige Geest een echte persoonlijke relatie met Jezus. In 1 Johannes 3:24 staat: ‘En hieraan weten wij dat Hij (Jezus) in ons blijft, namelijk aan de Geest, Die Hij ons gegeven heeft.’ Dit betekent: de zekerheid dat ik met de Heilige Geest vervuld ben, is tegelijkertijd de zekerheid dat ik in Jezus ben en Hij in mij. Juist deze ervaring had ook de zuster, die aan het 40-Dagen-van-Gebed programma deelnam. Door de aanwezigheid van de Heilige Geest in haar leven beleefde ze de relatie met God heel anders en ook anderen bemerkten deze verandering in haar leven. 
Een geloofszuster uit Zuid-Duitsland schreef, nadat zij deze brochure had bestudeerd:
Het boek 40 Dagen gebed en aanbidding ter voorbereiding op de wederkomst van Dennis Smith, is samen met deze brochure tot een grote en langverwachte zegen in mijn leven geworden. Een zuster uit onze gemeente en veel andere broeders en zusters in het geloof verging het evenals mij, dat wij aanvoelden dat er iets in ons geloofsleven ontbrak. Nu mochten wij ervaren hoe Jezus ons leven binnenkwam en ons begon te veranderen. En Hij doet dat nog steeds. Stap voor stap trekt Hij ons steeds dichter naar Zich toe.

Een broeder schreef: 
De brochure Stappen naar persoonlijke opwekking heeft mij buitengewoon geraakt … Het hoofdstuk over de tien maagden, maar vooral Romeinen 8:9b, waarin staat: ‘als iemand de Geest van Christus niet heeft, die is niet van Hem’, shockeerde mij enorm. Ik was er plotseling niet meer zeker van of ik de Heilige Geest had en of Hij in mij werkte, want pijnlijk genoeg, miste ik de corresponderende ‘vruchten’ in mijn leven. Deze sabbatmiddag heb ik het boekje tot het eind toe uitgelezen en een enorme droefheid overmande mij.
Toen las ik het gebed op pagina 163 en het innige verlangen kwam in mij op dat ik de Heilige Geest
ontvangen zou, en mijn hart veranderd zou worden en God de Vader mij zou vormen naar Zijn wil. […] Dank voor het boekje en de woorden die mij heel diep hebben geraakt. ⎯ A.P

De grootste tragedie voor de vleselijke christen is dat hij het eeuwige leven niet zal verkrijgen als zijn toestand niet verandert. Romeinen 8:9b: ‘als iemand de Geest van Christus niet heeft, die is niet van Hem.’
Om het kort samen te vatten: Het grootste verschil tussen het geestelijke en het vleselijke gemeentelid heeft te maken met de Heilige Geest. De geestelijke christen is met de Heilige Geest vervuld. De vleselijke christen is niet of niet genoeg vervuld met de Heilige Geest.
Mocht je je realiseren dat je een vleselijke christen bent, word dan niet boos. God biedt je een remedie aan: de Heilige Geest. Binnen sommige kringen wordt de Heilige Geest te veel benadrukt. Bij andere groeperingen wordt Hij echter verwaarloosd. Mag de Heere ons leiden langs de Bijbelse middenweg.

Vergelijking: de vroegchristelijke gemeente en de eindtijd gemeente
Wanneer wij de eerste gemeente vergelijken met onze huidige gemeente, ontkomen wij niet aan de vaststelling dat de eerste gemeente voornamelijk uit geestelijke mensen heeft moeten bestaan. Volgens het boek Handelingen was dit de basis voor hun snelle en positieve ontwikkeling. Zij hadden geen andere hulpmiddelen, maar ze hadden echter de Heilige Geest. Wij hebben geweldige hulpmiddelen in overvloed, maar wij hebben helaas een gebrek aan de Heilige Geest. A.W. Tozer zegt: Als de Heilige Geest vandaag van de gemeente zou worden weggenomen, zou 95% van dat wat wij doen doorgaan en niemand zou het verschil merken. Als de Heilige Geest van de eerste gemeente weggenomen zou zijn, zou 95% van wat zij deden, gestopt zijn en iedereen zou het verschil opgemerkt hebben.

Hebben we geleerd om zonder de Heilige Geest te kunnen? Bestaat de kerk vandaag voornamelijk uit vleselijke christenen?
Zijn wij als gevolg daarvan vaak krachteloos en daarom grotendeels zonder overwinningen? Heeft een vleselijke gezindheid iets te maken met het feit dat wij in veel regio’s slechts een zwakke gemeentegroei ervaren? Komen de ernstige problemen in vele regio’s voort uit een vleselijke houding? Wij zullen steeds meer zien dat ons persoonlijke en gemeenschappelijke centrale probleem het gebrek aan de Heilige Geest is. Op persoonlijk gebied kunnen wij met Gods hulp gelukkig snel veranderd worden.

Wat hieronder over predikanten gezegd wordt, geldt natuurlijk voor iedereen. Johannes Mager zei: Paulus maakt een verschil tussen geestelijke en vleselijke christenen, tussen hen die met de Heilige Geest vervuld zijn en zij die de Geest geen plaats in hun leven hebben gegeven: ze zijn met de Heilige Geest gedoopt maar niet met de Geest vervuld. Voor een predikant betekent dit: ik kan een gedegen theologische opleiding hebben gehad, ik kan de Bijbelse talen goed beheersen en de exegese (Bijbeluitleg) vaardig toepassen; ik kan intellectueel de grote Bijbelse waarheden tot mij genomen en begrepen hebben, en goed bekend zijn met de theologische leerstellingen door de eeuwen heen; ik kan de homiletiek (preekkunst) goed beheersen en actuele en praktische preken geven – en ondanks al mijn kennis en talenten niet met de Heilige Geest vervuld zijn. Boeken, scholing, goede technische faciliteiten, en zelfs charisma vormen dan slechts een vervanging voor het ontbreken van het vervuld zijn met de Geest.

Preken, bidden in het openbaar, het organiseren van het gemeenteleven, het voorbereiden van evangelisatieacties, het geven van pastorale hulp – dit alles kan ik leren en ook zonder de Heilige Geest in praktijk brengen. Ellen G. White beschrijft deze gevaarlijke mogelijkheid als volgt: ‘De reden waarom er zo weinig van Gods Geest zichtbaar is, komt doordat predikanten leren om zonder de Heilige Geest te werken.’
Het is van belang dat een predikant een gefundeerde scholing en vervolgopleiding heeft gehad, nog belangrijker is het voor hem om zich voortdurend te laten vullen met de Heilige Geest.

‘‘Samenvattend: 
Vleselijk zijn betekent vanuit de normale 
menselijke kracht en vaardigheden leven, 
zonder de Heilige Geest of Hem 
in onvoldoende mate te bezitten.’’

Het belangrijkste obstakel in het vleselijke christen-zijn
De hoge ethiek van de Bijbel – je vijand liefhebben, alle mensen alles vergeven, het overwinnen van zonde, etc. – kan alleen door de kracht van de Heilige Geest bereikt worden, niet door menselijke kracht. Het grootste probleem in het vleselijke christen-zijn is leven alleen vanuit menselijke kracht. Wij kunnen Gods wil niet puur uit eigen kracht volbrengen. Laten wij een aantal Bijbelverzen daarover lezen: Jesaja 64:6: Echter, wij zijn allen als een onreine, al onze rechtvaardige daden zijn als een bezoedeld kleed.
Jeremia 13:23: Kan een Cusjiet (Ethiopiër, de vertaler) zijn huid veranderen, of een luipaard zijn vlekken? Zou ook u dan goed kunnen gaan doen, gewend als u bent om kwaad te doen? Ezechiël 36:26-27: Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven, Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven. Ik zal Mijn Geest in uw binnenste geven. Ik zal maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in acht neemt en ze houdt.
Romeinen 8:7: Immers, het denken van het vlees is vijandschap tegen God. Het onderwerpt zich namelijk niet aan de wet van God, want het kan dat ook niet.
Ellen White zegt heel duidelijk en treffend: Degene die de hemel door zijn eigen werken probeert te bereiken, door de wet te houden, probeert het onmogelijke. De mens kan niet zonder gehoorzaamheid gered worden, maar zijn werken behoren niet van hemzelf te komen; Christus moet in hem het willen en het doen naar Zijn welbehagen bewerken. 33 (zie ook Filippenzen 2:13)
Deze citaten laten naar mijn mening voldoende zien dat wij zonder de Heilige Geest niet bij machte zijn om Gods wil te doen. Het is van belang dat wij steeds voor Gods wil kiezen en dat God ons de kracht geeft om het te verwezenlijken.
Het begrip van de leer van ‘rechtvaardiging door geloof’ is uiterst belangrijk en bevrijdend. Dit kunnen wij hier echter niet uitvoerig behandelen.

Wat kan er gebeuren wanneer wij iets proberen te doen dat boven onze krachten uitgaat?
Wat gebeurt er als ik vaak moet vaststellen: ‘Ik kan het niet! Nu is het me weer niet gelukt!’ Hier kan een zekere mate van teleurstelling ontstaan.
Dit probleem komt volgens mij meer voor bij de jongere dan bij de oudere generatie. Oudere mensen zijn gewend aan een sterkere mate van plichtsgevoel, gehoorzaamheid binnen het gezin, discipline op school en op het werk.
Daarom ergeren ze zich niet zo snel aan teleurstellingen als jongeren. Maar het probleem komt echter bij zowel jonge als oudere mensen in gelijke mate voor. Een jongere merkt het alleen duidelijker op. Het pad van geloof bewandelen op eigen kracht is het allergrootste probleem van elke vleselijke christen, of hij het zich realiseert of niet.

Hoe proberen wij dit probleem op te lossen?
De één bidt intensiever tot God om hulp en besluit misschien om zich meer in te spannen. Een ander kan denken dat we het niet zo bekrompen moeten zien. Hij begint vervolgens de dingen wat oppervlakkiger te nemen en voelt zich zo vrijer. Weer een ander verlaat zijn geloof volledig en kan zich dan zelfs beter voelen. Het probleem is echter dat deze schijnbare oplossingen verkeerde oplossingen zijn, want de ernstige gevolgen zullen zich vroeg of laat wreken. De juiste weg is om Gods regels serieus te nemen, omdat ze allemaal vanuit Gods liefde voor ons bestwil gegeven werden. Wij hebben daar echter Gods kracht voor nodig. De juiste weg is om te leven in de kracht van de Heilige Geest met toenemende vreugde, motivatie, kracht, deugd en overwinning. (Meer volgt in: ‘In Jezus blijven’, Helmut Haubeil. 34)

Het kernprobleem
Wij hebben volgens mij ingezien dat het eigenlijke probleem voornamelijk voorkomt bij vleselijke christenen. Wordt het niet stap voor stap duidelijker waarom Jezus geen lauwe volgelingen wil hebben? Zij hebben zelfs geen leven in overvloed zoals Hij dat ons wil geven en ze zijn een verkeerd voorbeeld, velen mogelijk zelfs zonder het zelf te weten. Het probleem is veel ernstiger dan we denken. ‘Halfbekeerde christenen zijn erger dan ongelovigen, want hun misleidende woorden en vrijblijvende houding brengen velen op een dwaalspoor.’

Mogelijke factoren die tot vleselijk christendom leiden
De volgende factoren of oorzaken kunnen leiden tot vleselijk christendom:
  1. Onwetendheid – We hebben onszelf niet genoeg beziggehouden met het onderwerp van een leven met de Heilige Geest, of de sleutel nog niet gevonden om het in praktijk te brengen.
  2. Ongeloof of klein geloof – De vervulling van de Heilige Geest vereist een volledige overgave van ons leven aan Jezus Christus. Dit kan echter het gevolg zijn van onwetendheid, of ook omdat we bang zijn dat de Heere ons anders zal leiden dan wij wensen. In dat geval laat het zien dat we Gods liefde en wijsheid niet voldoende vertrouwen. 
  3. Foutief begrip – Iemand kan menen met de Heilige Geest vervuld te zijn, hoewel dat niet volledig het geval is. Dit lijkt het meest voorkomende probleem. 
  4. Te druk zijn – Men is zo overbelast dat men meent geen of nauwelijks tijd voor een relatie met Christus te hebben. Of men neemt wel de tijd, maar komt niet tot een werkelijke verbinding met God. 
  5. Verborgen zonden, of mogelijk ook het ontbreken van herstel – dit bewerkt een kortsluiting, en betekent dat er geen verbondenheid met Gods kracht is. 
  6. Overwegend vanuit gevoel handelen – Gods woord zegt: De rechtvaardige zal uit het geloof leven’ (Romeinen 1:17). Maak ik beslissingen op grond van het vertrouwen in God of op grond van mijn gevoelens? Deze uitspraak van Roger Morneau trof mij zeer:
    De geesten zetten de mensen ertoe aan te luisteren naar hun gevoelens in plaats van naar het Woord van Christus en Zijn profeten. Er is geen betere manier waardoor de geesten controle over het leven van de mensen kunnen krijgen, zonder dat de persoon in kwestie zich realiseert wat er gebeurt. 

Waarom bidden om de Heilige Geest als ik van Hem vervuld ben? 
Enerzijds werd de Heilige Geest ons gegeven om in ons te blijven. Anderzijds zouden we voortdurend in geloof daarom moeten bidden. Hoe lossen we deze schijnbare tegenstelling op?

Enerzijds zei Jezus in Johannes 14:17: ‘Want Hij (de Heilige Geest) blijft bij u en zal in u zijn.’
Handelingen 2:38 zegt: ‘Bekeer u, en laat ieder van u gedoopt worden… en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.’

Anderzijds zei Jezus toen Hij onderricht gaf over het gebed in Lukas 11:9-13: ‘[…] bid, en u zal gegeven worden; […] hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen die Hem daarom bidden!’
Efeziërs 5:18: ‘[…] word vervuld met de Geest.’ 37 Het gaat hier in beide gevallen in de oorspronkelijke Griekse tekst, om een voortdurend verzoek. 38

Oplossing
E.G. White: Het werk van de Geest is altijd in harmonie met het geschreven Woord. In de geestelijke wereld is het net zoals in de natuurlijke wereld. Het natuurlijke leven wordt van moment tot moment door goddelijke kracht in stand gehouden; het wordt echter niet onderhouden door een onmiddellijk wonder, maar door het gebruik van zegeningen die binnen ons bereik liggen. Zo wordt ook het geestelijke leven verkregen door het gebruik van die middelen waarin God in Zijn voorzienigheid heeft voorzien. Als de volgeling van Christus ‘tot een volmaakte man, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus’ (Efeziërs 4:13), zou willen opgroeien, dan moet hij het Brood des levens eten en het water uit de bronnen van het heil drinken. Hij moet waken, bidden en werken, en alle instructies in acht nemen die God in Zijn Woord gegeven heeft.

Wij ontvingen het leven bij onze geboorte. Om dit leven in stand te houden moeten wij eten, drinken, bewegen, etc.
Wij hebben de Heilige Geest door onze doop uit water en Geest (wedergeboorte) ontvangen, zodat dit geestelijke leven ons hele leven lang in ons blijft. Om dit geestelijke leven te verkrijgen, is het nodig om de door God gegeven geestelijke middelen tot ons te nemen: De Heilige Geest, Gods Woord, het gebed, ons getuigenis, etc.
Jezus zei in Johannes 15:4: ‘Blijf in Mij en Ik in u.’ E.G. White zegt hierover: ‘In Christus blijven betekent, een voortdurend ontvangen van Zijn Geest, een leven van onvoorwaardelijke overgave aan Zijn dienst.’ 40 Daarom is het nodig dagelijks in geloof om de Heilige Geest te vragen en onszelf elke ochtend aan de Heere over te geven met alles wat wij hebben en zijn.

Waar sta ik?
Is het nu niet het belangrijkste dat ik kan herkennen in welke groep ik mij bevind? Waar sta ik? Toen mijn moeder twintig jaar oud was beantwoordde zij de vraag van een zekere man, met betrekking tot God in haar leven, dat ze niet geïnteresseerd was in geloofszaken. Hij antwoordde daarop: En wat als u vannacht zou doodgaan? Deze vraag sloeg in als een bom, maar had een zeer positief effect. Dit zette haar ertoe aan om een keuze voor Jezus en Zijn kerk te maken. Misschien helpt deze vraag u ook: Stel je eens voor, dat je vandaag zou sterven! (Een hartaanval? Een ongeluk?) Heb je dan nú de zekerheid van een eeuwig leven met Jezus Christus? Blijf niet in onzekerheid.

Het gaat om levensgeluk 
Ik schrok toen ik de enorme omvang van dit probleem - het tekort aan de Heilige Geest - tot mij begon door te dringen. Ik heb erover nagedacht en ervoor gebeden of ik deze paragraaf werkelijk zou toevoegen. Maar ik waag het erop, want het gaat voor eenieder om het levensgeluk, zijn eeuwige leven, voor zijn invloed in het bijzonder op het gezin en het huwelijk, alsook op het werk en in de gemeente. Ik weet niet op wie het van toepassing is, maar ik wil een hulp zijn voor de personen om wie het gaat, omdat ik ook geholpen ben. Het is essentieel dat iedereen die vleselijk is, zich dit ook realiseert, anders kan hij met Gods hulp niet veranderen. God wil ons in Zijn Liefde rijkelijk zegenen door een intieme relatie met Jezus Christus door middel van de Heilige Geest. Daardoor kunnen grote verliezen vermeden worden en oneindig veel zegeningen ervaren worden. En het mooiste is dat wij de situatie met Gods hulp snel kunnen veranderen.

Het probleem van de vleselijke christen wordt in de Bijbel op verschillende manieren beschreven. Individuele groepen en personen binnen de groepen kunnen in hoofdzaken zeer verschillend zijn, toch is het kernprobleem hetzelfde. De verschillende benamingen zijn: In het vlees of vleselijk – Romeinen 8:9: ‘Maar u bent niet in het vlees, maar in de Geest, wanneer althans de Geest van God in u woont. Maar als iemand de Geest van Christus niet heeft, die is niet van Hem.’ 
Zie o.a. ook: Romeinen 8:1-17, 1 Korinthe 3:1-4, Galaten 5:16-21

Dwaas - de gelijkenis van de tien maagden in Mattheüs 25:1-13. ‘De toestand van de kerk, die door de dwaze maagden wordt voorgesteld, wordt ook wel met Laodicea aangeduid.`Lauw - de brief aan Laodicea – Openbaring 3:14-21: ‘Ik wenste dat u koud of heet was’ (Openbaring 3:15). Is het niet verbazingwekkend? Jezus geeft de voorkeur aan koud ten opzichte van lauw. Wat is Zijn reden daarvoor?
Halfbekeerde christenen zijn erger dan ongelovigen, want hun misleidende woorden en vrijblijvende houding brengt velen op een dwaalspoor. De ongelovige toont zijn ware aard. De lauwe christen misleidt beide kanten. Hij is noch een goed werelds mens, noch een goed christen. Satan gebruikt hem voor een werk, dat geen ander doen kan.

Niet wedergeboren – Johannes 3:1-21 
De wedergeboorte is een zeldzame ervaring in deze huidige eeuw. Daarom zijn er zoveel moeilijkheden in de gemeenten. Velen, ja velen die de naam van Christus gebruiken, zijn niet geheiligd en niet aan God toegewijd. Ze zijn gedoopt, maar levend begraven. Het eigen-ik is niet gestorven, en daarom zijn zij niet in nieuwheid van het leven in Christus opgestaan.

De schijn van godsvrucht - 2 Timoteüs 3:5
Arthur G. Daniells zegt hierover het volgende: Vormendienst is buitengewoon bedrieglijk en destructief. Het is de verborgen, onverwachte rotssteen, waardoor de kerk zo vele malen door de eeuwen heen is vernield. Paulus waarschuwt ons dat deze ‘vorm van godsvrucht’ zonder Gods kracht (zonder vervuld te zijn met de Heilige Geest) een van de gevaren van de laatste dagen zal zijn en waarschuwt ons, om ons daarvan af te wenden.

Zeer, zeer weinigen 
Ellen White deed enkele schokkende uitspraken in haar geschriften: In mijn droom stond er een bewaker bij de deur van een belangrijk gebouw en vroeg iedereen die naar binnen wilde gaan: ‘Hebt u de Heilige Geest ontvangen?’ Hij had een maatstok in zijn hand, en slechts zeer, zeer weinigen kregen toegang tot het gebouw.

Niet één op de twintig is klaar
Dit is een ernstig bericht dat ik aan de gemeente geef, dat niet één op de twintig die in de kerkboeken
geregistreerd staat, voorbereid is om zijn aardse bestaan af te sluiten. Deze zal gelijk zijn aan iemand die zonder God en zonder hoop in deze wereld is, zoals elke gewone zondaar.

Waarom zijn wij zo slaperig? 
Waarom zijn de soldaten van Christus zo slaperig en onverschillig? Omdat zij in zo geringe mate een echte verbinding met Christus hebben, omdat het hen zo volledig ontbreekt aan Zijn Geest.

Een groot gevaar
Ik zal niet te veel woorden spenderen aan hoe kort en onzeker ons leven kan zijn. Het is een groot gevaar, dat velen onderschatten, om aan een zondig leven vast te houden en geen gehoor te geven aan de vermanende stem van de Heilige Geest. 
Wat is de kern van de zonde? ‘Omdat zij niet in mij geloven’ (Johannes 16:9). Het teken dat we echt geloven en vertrouwen in Jezus, is dat we onszelf volledig aan Hem overgeven. Het gaat hier om een complete overgave, om de bereidwilligheid om Hem in alles te volgen.
Ik benadruk het nogmaals: Ik heb het gewaagd om deze zeer ernstige paragraaf toe te voegen, omdat het gaat om ons persoonlijk levensgeluk en ons eeuwige leven, alsook om onze invloed, met name op onze huwelijken, gezinnen en gemeenten.

Vragen en nog meer vragen
De essentiële vraag is of jij vervuld bent met de Heilige Geest of niet. Maar wanneer is iemand vervuld met de Heilige Geest? Wat zijn daarvoor de benodigde voorwaarden? Wat zijn de positieve gevolgen van een leven in de Heilige Geest?
Wat gebeurt er wanneer je ten onrechte meent vervuld te zijn met de Heilige Geest?

Wees dankbaar voor de signalen
Dank de Heer dat wij ons meer wijden aan het thema opwekking. Ik denk dat onze grote en wonderbaarlijke God belangrijke redenen heeft om ons door de Heilige Geest impulsen te geven voor een opwekking. Zouden het de onderstaande redenen kunnen zijn?

  • Hij wil onze gebreken herstellen en ons uit onze Laodicea-achtige staat leiden.
  • Hij wil ons voorbereiden op de spoedige tweede komst van Jezus en de bijzondere tijd die daarvóór plaats zal vinden.
  • Hij wil de grote afsluitende opwekking in de wereld teweegbrengen (Openbaring 18:1-2) door diegenen die ‘de geboden van God in acht nemen en het getuigenis van Jezus Christus hebben’ (Openbaring 12:17) en die ook het geloof in Jezus’ hebben (Openbaring 14:12).

Laten wij vervolgens ook danken dat elke vleselijke christen snel een geestelijke christen kan worden. En dat iedereen die in de Heilige Geest leeft, in volheid kan groeien. Tot afsluiting nog een ervaring.

Nieuwe motivatie en innerlijke blijdschap
Een zuster in de kerk gaf mij het boekje Stappen naar Persoonlijke Opwekking. Ik was overweldigd door de inhoud. Ik heb lang gezocht naar iets dergelijks en nu had ik het eindelijk gevonden. Ik begon mijn geestelijke leven op orde te brengen en realiseerde mij toen pas dat ik iets nog moest doen: ik gaf mijzelf volledig over aan Jezus. Vanaf dat moment maakte de Heer mij heel vroeg wakker en gaf mij ‘stille tijd’. 
Elke dag bestudeerde ik een hoofdstuk van het 40-Dagen boek. Ik merkte heel duidelijk dat mijn relatie met  Jezus verdiepte en vertrouwder werd. De Heilige Geest werkte in mij. Nadat ik het eerste 40-Dagenboek doorgewerkt had, bestudeerde ik het tweede 40-Dagenboek. Sindsdien heb ik beide boeken vier keer doorgewerkt. Ik kan niet anders dan dagelijks bidden om gemeenschap met God. De resultaten zijn overweldigend, want de nieuwe motivatie en innerlijke blijdschap blijven niet onopgemerkt. 
Sindsdien heb ik het voorrecht om vele ervaringen te beleven. Ook zocht ik naar gelegenheden om door te geven waar ik vervuld van was. Een nauwe relatie met Jezus maakt dat veel dingen onbelangrijk worden, onnodige zorgen worden opgelost. Ik wens en bid dat nog veel gelovigen deze ervaring mogen meemaken. ⎯ H. S.

Reacties

Populaire posts